De heer Leenderd Mostard
en
mevrouw Cornelia Mostard-Kloppenburg
Dit is het verhaal verteld door Daniel Kloppenburg.
Een drievoudig snoer dat nooit meer verbroken werd. (Prediker (Kohelet ) 4:12)
Zie hier waar het vandaag binnen de families Konig en Kloppenburg om draait. Oom Leen en tante Cor Mostard-Kloppenburg met hun 4-jarige beschermeling Micha Konig. Midden in de oorlog 40-45.
Vader en moeder Konig hadden op advies van oom Marco Cohn besloten om gescheiden onder te duiken. Oom Marco met zijn vele relaties wist een betrouwbaar adres in de bossen van Wassenaar-Kerkehout op het landgoed Oud-Clingendael tegen De Horsten gelegen.
Daar begon de kleine Micha een nieuw leven. Hij heette voortaan Daantje Kloppenburg en was een neefje van tante Cor.
Micha zegt er in boekje “De diagonaal van de Rozenstruik” dat zijn levensverhaal vertelt het volgende over: “Mijn ouders hielden mij heel dicht bij zich tot aan de geboorte van mijn broer in 1941. Ik was dus iets ouder dan twee jaar toen zij besloten zich van mij te scheiden. Mijn ouders hadden begrepen dat zij ons moesten scheiden, zodat wij ieder op zich een kans hadden om gered te worden. De vooruitziende blik van mijn ouders en van Oom Marco heeft mij altijd gefascineerd. Evenals de ongelofelijke moed van al diegenen die hen hebben geholpen. Zij waren een minderheid en wat hebben zij gelijk gehad! Oom Marco die in Wassenaar woonde en veel relaties had, waaronder Oom Leen Mostard en Tante Cor, zorgde er voor dat ik kon verdwijnen”. De kleine Micha leerde zijn verhaal en werd door die tijd van spanning en doodsgevaar hun kind. Later zou hij zich realiseren dat hij eigenlijk twee moeders had. Het laat zich raden wat zulke gebeurtenissen voor invloed moeten hebben uitgeoefend op het leven van een jong kind, ja ook nog veel later op dat van een volwassene. En dan was daar nog de voortdurende angst ontdekt te worden door de vijand. Een angst die op een kwade dag ook werkelijkheid werd. Nooit is duidelijk geworden wie het verraad pleegde(n) . Ze werden gescheiden afgevoerd. Tante Cor met Micha in een Wassenaarse politiecel. Oom Leen met de oudste zoon van de broer van Cornelia, - ook bij hun ondergedoken om aan de Arbeitseinsatz te ontkomen - kwamen terecht in de gevangenis van Scheveningen (met de bijnaam “Het Oranjehotel”). Als door een wonder kwamen zij vrij, terwijl de mitrailleur al op hun gericht stond.
Kortom: het drievoudig snoer werd niet verbroken, en in grote spanning werd de bevrijding afgewacht. Daarna kwam er naast de grote vreugderoes van het weer vrij zijn het proces van het uit elkaar getrokken worden van het snoer dat hen bond. Dat moest, dat kon en mocht niet anders. En hoewel Tante Cor bijna ziek was van heimwee toen Micha weer naar zijn ouders ging om zijn nieuwe leven op te pakken, begreep zij ten volle dat hij daar hoorde. Bij zijn ouders, staande in het oude geloof van zijn vaderen. En zo ging het ook.
Micha werd rabbijn, maar de band met zijn pleegouders werd nooit meer verbroken. En toen Tante Cor begraven werd op 18 februari 1984 stond hij daar op de kansel van de Nederlands-Hervormde Kerk en zong in het Hebreeuws Psalm 23 : “Hasjem is mijn herder, mij zal niets ontbreken.”
De onderscheiding voor Leenderd Mostard en Cornelia Mostard-Kloppenburg wordt in ontvangst genomen door hun neef, de heer Daan Kloppenburg.
Leenderd Mostard en Cornelia Mostard-Kloppenburg krijgen de titel ‘Rechtvaardigen onder de Volkeren’. Hun namen zullen voor altijd gebeiteld staan in de Eremuur van Yad Vashem te Jeruzalem.