Joodse feestdagen en Israëlische gedenkdagen
De Joodse feestdagen worden in Israël intensief en op veel verschillende manieren gevierd. Ze komen tot uiting in traditionele en niet-traditionele gebruiken en gewoonten, en ze drukken hun stempel op verschillende aspecten van het leven. De Joodse feestdagen vormen voor Israëliërs de ‘mijlpalen’ van het jaar. Ze maken een belangrijk deel uit van het dagelijks leven: op straat, in de scholen, in de synagogen en bij de mensen thuis.
Sjabbat: de sjabbat, de wekelijkse rustdag op zaterdag, wordt in Israël door de meeste mensen met familie en vrienden doorgebracht. Het openbaar vervoer ligt stil, winkels zijn gesloten, belangrijke openbare diensten functioneren met een minimale bezetting en zoveel mogelijk soldaten krijgen verlof. De niet-religieuze meerderheid gebruikt hun wekelijkse vrije dag om naar het strand te gaan, een pretpark te bezoeken of andere uitstapjes te maken. Strenggelovige joden brengen een groot deel van deze dag door met ceremoniële familiebijeenkomsten en bezoeken aan de synagoge. Ze reizen niet en werken niet en gebruiken op deze dag geen elektrische apparaten.
Rosj Hasjana is het Joodse Nieuwjaar. Het is de ‘dag van het bazuingeschal’, waarop er in de synagoge op de ‘sjofar’, de ramshoorn, wordt geblazen. De term ‘Rosj Hasjana’ is Rabbijns van oorsprong, net als de grote thema’s van deze feestdag: bezinning en inkeer, voorbereiden op de Dag des Oordeels en bidden voor een vruchtbaar jaar. Deze feestdag, die twee dagen duurt, valt in de Joodse kalender op de eerste twee dagen van Tisjrie, wat in de Gregoriaanse kalender meestal in september is. Rosj Hasjana begint, zoals alle Joodse feesten, bij zonsondergang op de voorafgaande avond. De belangrijkste gebruiken van Rosj Hasjana zijn onder andere het blazen op de ramshoorn, halverwege tijdens een lange dienst in de synagoge, en uitgebreide maaltijden thuis om het begin van het nieuwe jaar te vieren. Aan de gebedsdienst worden speciale gebeden voor bezinning en inkeer toegevoegd. Rosj Hasjana markeert in Israël het begin van het nieuwe kalenderjaar. Op brieven van de overheid, in kranten en bij de meeste omroepen wordt de datum van de ‘Joodse kalender’ als eerste weergegeven.
Soekot of Loofhuttenfeest wordt in de Bijbel (Lev.23:34) beschreven als het ‘Feest der Tabernakels’ en begint vijf dagen na Jom Kipoer. Soekot is een van de drie Joodse feesten die tot het jaar 70 gevierd werden met massale pelgrimstochten naar de Tempel in Jeruzalem, en die daarom bekend staan als de ‘pelgrimsfeesten’. Op Soekot herdenken joden de uittocht uit Egypte (ongeveer in de 13e eeuw voor Christus) en wordt dank gezegd voor een vruchtbare oogst. In sommige kibboetsen wordt Soekot gevierd als oogstfeest. De thema’s zijn dan het binnenhalen van de tweede graanoogst en de najaarsgewassen, het begin van het landbouwjaar en de eerste regens.
Tijdens de vijf dagen tussen Jom Kipoer en Soekot bouwen tienduizenden huishoudens en bedrijven een ‘soekot’ of loofhut, een tijdelijk onderdak dat op de tenten lijkt waarin de Israëlieten leefden na hun uittocht uit Egypte, in de woestijn. Ook verzamelen ze palmtakken, citroen, mirtetakken en wilgentakken die gebundeld worden en gebruikt worden tijdens de plechtige gebedsdiensten. Overal in het land staan soekots: bij parkeerplaatsen, op balkons, op de daken, in voortuinen en in de openbare ruimte. Ook ontbreekt de soekot op geen enkele legerbasis. Er zijn mensen die op deze dag en de zes dagen erna ook echt in hun soekot leven, maar de meeste mensen nuttigen er slechts hun maaltijden.
Het officiële deel van Soekot duurt, net als de andere twee pelgrimsfeesten – Pesach en Sjavoeot – één dag. In Joodse gemeenschappen in de diaspora duurt dit feest twee dagen. Aan de gebedsdiensten worden extra gebeden toegevoegd, zoals Halleel, een verzameling zegeningen en psalmen die op Rosj Chodesj, de eerste dag van iedere maand in de maandkalender, en tijdens de pelgrimsfeesten gereciteerd wordt.
De week, en het feest, eindigt met Shemini Atseret, dat gecombineerd wordt met Simchat Thora. Tijdens de viering van Shemini Atseret/Simchat Thora ligt de nadruk op de Thora. Kenmerkend zijn het dansen in het openbaar met de Thorarol onder de arm en het reciteren van de eerste en laatste hoofdstukken van de Thora, waarmee de jaarlijkse cyclus van het lezen van de Thora opnieuw van start gaat. Veel gemeenschappen organiseren andere vieringen na zonsondergang, die vaak buiten plaatsvinden en niet gehinderd worden door de rituele beperkingen die op de heilige dag zelf gelden.
Chanoeka begint op de 25e dag van de maand Kislev (die meestal in december valt) en wordt gevierd ter nagedachtenis aan de overwinning van de joden, onder de Maccabeeërs, op hun Griekse overheersers, in 164 voor Christus. Dit was zowel de overwinning van de kleine Joodse natie op de machtige Grieken als de spirituele overwinning van het Joodse geloof op het Hellenisme van de Grieken. Het is een heilige dag vanwege dit spirituele aspect van de overwinning en vanwege het wonder van het kruikje met olie: er zat eigenlijk maar net genoeg olie in de kruik om de Menora van de tempel gedurende één dag te laten branden, maar acht dagen lang bleek het kruikje steeds weer gevuld te raken, zodat er voldoende olie was voor de hele periode die nodig was om te tempel opnieuw in te wijden.
Pesach is waarschijnlijk, na Jom Kipoer, de dag die het meest gevierd wordt door ook niet-religieuze joden. Ook wordt in sommige kibboetsen een seculier Pesachritueel uitgevoerd, dat gebaseerd is op de associaties van Pesach met de landbouw en de seizoenen. Het is een feest dat in het voorjaar plaatsvindt, een feest van de vrijheid, en de datum waarop het eerste graan wordt geoogst. Pesach duurt zeven of acht dagen en omvat ook een periode van vijf dagen die half plechtig en half gewoon zijn, en waarin veel gebeden wordt en de meeste mensen vrij hebben. Pesach wordt weer afgesloten met een plechtige feestdag.
Op Jom Hasjoa, dat minder dan een week na Pesach plaatsvindt, worden de slachtoffers van de Nazi’s herdacht tijdens de Holocaust, waarin zes miljoen joden de dood vonden. Er worden speciale ceremonieën georganiseerd en moderne herdenkingsrituelen uitgevoerd ter nagedachtenis. Om 10 uur ’s ochtends klinkt er een sirene, waarna er in het hele land twee minuten stilte in acht wordt genomen, en er wordt de plechtige gelofte afgelegd om nooit te vergeten en anderen eraan te herinneren om nooit te vergeten.
De Herdenkingsdag voor gevallen Israëlische soldaten wordt een week later gevierd. Op deze dag worden de mensen herdacht die gevallen zijn in de strijd om de oprichting van de Staat Israël en bij de verdediging daarvan. Op de dag ervóór, om 8 uur ’s avonds, en op de dag zelf, om 11 uur ’s ochtends, worden er twee minuten stilte in acht genomen om het land en zijn bevolking de gelegenheid te bieden om bewust stil te staan bij en erkentelijkheid te betonen voor de offers van Israëliërs die hun leven hebben gegeven voor de onafhankelijkheid en verdediging van het land.
De Onafhankelijkheidsdag van Israël (op de vijfde dag van de maand Iyar) volgt direct na de Herdenkingsdag voor gevallen Israëlische soldaten en wordt gevierd ter herinnering aan de dag van de onafhankelijkheidsverklaring van de staat Israël (14 mei 1948).
Deze dag is van grote betekenis voor veel burgers die fysiek en actief hebben bijgedragen aan de oprichting en verdediging van de nieuwe staat, en die getuige zijn geweest van de enorme veranderingen die er sinds 1948 hebben plaatsgevonden. Op de avond voor Onafhankelijkheidsdag worden er door de lokale besturen vieringen georganiseerd, uit luidsprekers klinkt populaire muziek en de mensen trekken in drommen de stad in om feest te vieren. In veel synagogen worden speciale diensten gehouden waarin Halleel wordt uitgesproken. Veel mensen bezoeken op Onafhankelijkheidsdag de slagvelden van de onafhankelijkheidsoorlog en de gedenkstenen voor de gevallenen. Ook gaan mensen de natuur in, om te wandelen, te picknicken of te barbecueën. Op deze dag worden de Israëlische prijzen voor literatuur, kunsten en wetenschap uitgereikt en wordt de Internationale Bijbelwedstrijd voor Joodse jongeren georganiseerd. Legerbases zijn op deze dag opengesteld voor het publiek en er vinden vliegshows van de luchtmacht en vlootshows van de marine plaats.
Lag Baomer (18e dag van de maand Iyar), de 33e dag in de periode tussen Pesach en Sjavoeot, is een feest voor kinderen geworden, met grote vreugdevuren. De dag wordt gevierd ter herinnering aan de gebeurtenissen tijdens de Bar Kochba-opstand tegen Rome (132-135).