Yad Vashem Kieviet school

Yad Vashem Ceremonie door Groep 8 Leerlingen

  •  
     
  •  
  • 'Red je een mens, dan red je de hele mensheid'

  •  

    Op de Kieviet school in Wassenaar verzorgden leerlingen van groep 8 een indrukwekkende Yad Vashem ceremonie. Als 'Rechtvaardigen onder de Volkeren' werden de heer Cornelis van Noort en mevrouw Cornelia Anna van Noort-Kok postuum geëerd.

    De leerlingen van de basisschool kwamen steeds één voor één of met een klein aantal naar voren met een boodschap zoals 'Red je een mens, dan red je de hele mensheid' om aan te duiden hoe belangrijk het is om een medemens in nood te helpen, maar ook dat dit een besef moet zijn van alle tijden.

    Twee kleinkinderen van het echtpaar Van Noort namen de onderscheiding in ontvangst.

  • Cornelis van Noort en Cornelia Anna van Noort-Kok

  •  
    Het verhaal begint met Alfred Cohenno het ondergedoken kind, dat in 1941in Amsterdam werd geboren. Alfred had nog een broer, Maurice, die in 1935 was geboren. Toen de Duitsers de Joodse gemeenschap in Amsterdam begonnen te liquideren, besloten de ouders om voor henzelf en hun kinderen naar plaatsen te zoeken om onder te duiken. Ze vonden een schuilplaats voor Maurice, maar voor zichzelf en de baby was het moeilijk om een ​​gezin te vinden, dat bereid was het risico te nemen.
    Hun buurvrouw, een verpleegster, bood aan baby Alfred (Fred) te verbergen, maar zonder zijn ouders. De verpleegkundige woonde met haar man en drie kinderen in Utrecht. Hun familienaam was Van Noort. De ouders waren in de zestig en hun kinderen waren geboren in 1923, 1924 en 1926. Ze namen Alfred liefdevol op. Wanneer ze bezoek hadden, nam de dochter Alfred mee naar de bovenste verdieping van het huis en speelde met hem, opdat hij niet zou gaan huilen. De familie Van Noort leerde Alfred om te praten en te lopen. Hij ontwikkelde zich goed en was een gemakkelijke baby. Deze ideale situatie kwam tot een abrupt einde in augustus 1944 toen de familie een briefje in hun brievenbus vond, dat de volgende dag de Duitsers hun appartement zouden gaan doorzoeken. De dochter ging onmiddellijk naar Amsterdam en liet Alfred bij haar tante achter. Een paar maanden later werd hij naar het onderduikadres van zijn ouders gebracht. Na de oorlog werden hij en zijn ouders weer verenigd met zijn broer Maurice.
     
    Alfred heeft geen herinneringen van zijn vroege leven. Hij wist dat de buurman en de verpleegster hem verborgen hadden, maar zijn ouders wilden niets over de oorlog horen, hebben geen contact met hun hulpverleners gehouden en moedigden hem ook niet aan om dat te doen. Alfred kreeg wel wat Informatie van zijn broer Maurits, maar die was elders ondergedoken geweest.
    Dit veranderde na de dood van zijn ouders. Hij maakte met zijn vrouw een reis naar Israël en bezocht Yad Vashem. Opeens besefte hij, dat hij nooit naar Yad Vashem had geschreven over de mensen die hem gered hadden. Terug in Nederland zocht hij de familie Van Noort op. De ouders en twee zonen waren inmiddels overleden. Ans, de dochter was het enige kind dat nog in leven was, maar zij was opgenomen in een psychiatrische instelling. Hij vond wel twee kleinkinderen, die tot zijn verbazing het hele verhaal van het verbergen van Alfred kenden. Het verhaal van de jongen waar zijn grootouders zo van gehouden hadden en die de Duitsers wilden vermoorden. Kleindochter Cora Van Noort, geboren in 1957, die vaak bij haar grootouders verbleef, herinnert zich dat deze haar vertelden, dat ze in Freddie’s (Alfred's bijnaam) kamer sliep en met Freddie's speelgoed speelde.