​​Het kabinet heeft op zondag besloten over te gaan tot diplomatische onderhandelingen en de vrijlating van 104 gevangenen.

Minister-President Benjamin Netanyahu zei: “Ik geloof dat het hervatten van de diplomatieke onderhandelingen in deze fase belanrijk is voor de staat Israël, niet alleen om het conflict met de Palestijnen te beëindigen, maar ook in het licht van de complexe realiteit in onze regio, in het bijzonder de veiligheidsdreigingen vanuit Syrië en Iran.

Indien een overeenkomst bereikt wordt door de onderhandelingen, dan zal daarover een referendum plaats hebben. Het is belangrijk, dat iedere burger rechtstreeks kan stemmen op doorslaggevende beslissingen als deze die de toekomst van de staat zal bepalen.

We zullen vandaag een ministriële werkgroep in het leven roepen om te bepalen welke gevangenen vrijgelaten worden aan het begin en tijdens het onderhandelingsproces. De werkgroep wordt door mij geleid onder mijn leiderschap is inclusief minister van Defensie Moshe Ya’alon en minister van Justitie Tzipi Livni, ook de minister van Openbare Veiligheid Yitzhak Aharonovitch en minister van Wetenschap Yaakov Peri.

Dit is geen eenvoudig moment voor mij. Het is ook niet gemakkelijk voor de ministers, en zeker niet voor de families en nabestaanden van wie ik de pijn kan begrijpen. Maar er zijn momenten dat moeilijke beslissingen moeten worden gemaakt die goed zijn voor het land en dit is een dergelijk moment.”

De ministeriële werkgroep zal alle maatregelen treffen, die nodig zijn voor de vrijlating van de 104 gevangenen, pas na de start van de onderhandelingen en op basis van de vorderingen daarvan, volgens de voorwaarden, criteria, data en groepen ingedeeld door de werkgroep, met inbegrip van de bekendmaking van de lijsten van namen.

De staat Israël houdt zich het recht voor om maatregelen te treffen tegen een ieder van de vrijgelaten gevangenen, indien zij zich opnieuw tot terrorisme keren of de voorwaarden van de vrijlating schenden.

Minister-President Netanyahu bedankte de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken voor zijn inspanningen om de diplomatieke onderhandelingen tussen Israël en de Palestijnen weer op gang te brengen.