De uitzetting
van de meeste Joden die zo’n 2000 jaar geleden in het toenmalige Israël woonden
leidde tot een ware diaspora naar andere landen. De meesten trokken naar
Europa, Noord-Afrika of elders in het Midden-Oosten. Over de eeuwen heen werden
er op veel plaatsen grote Joodse gemeenschappen gesticht die lange periodes van
groei en bloei kenden, maar ook onderwerp waren van discriminatie, brute
progroms en gehele of gedeeltelijke uitzetting. Elke golf van vervolg en geweld
sterkte het joodse geloof in de “terugtocht van de geëxileerden” en inspireerde
zowel individuen als hele groepen om naar het land van hun voorvaders terug te
keren.
Tussen 1989
en 2009 immigreerden 1.274.574 mensen naar Israël, zoals in de volgende tabel
getoond wordt:
Jaar
|
Voormalige Sovjet-Unie
|
Latijns Amerika
|
VS & Canada
|
Verenigd Koninkrijk
|
Frankrijk
|
Ethiopië
|
Andere
|
Totaal
|
1989
|
12,780
|
2,526
|
1,773
|
462
|
998
|
1,368
|
4,343
|
24,250
|
1990
|
184,177
|
2,678
|
1,903
|
495
|
1,000
|
4,174
|
5,065
|
199,492
|
1991
|
147,282
|
1,157
|
2,076
|
505
|
1,037
|
20,069
|
4,028
|
176,154
|
1992
|
64,680
|
723
|
2,548
|
460
|
1,311
|
3,539
|
3,804
|
77,065
|
1993
|
66,019
|
770
|
2,820
|
658
|
1,550
|
854
|
4,955
|
77,626
|
1994
|
67,599
|
978
|
3,160
|
700
|
1755
|
1,200
|
5,170
|
80,562
|
1995
|
64,608
|
1,604
|
3,204
|
721
|
1,865
|
1,316
|
4,160
|
77,478
|
1996
|
58,733
|
2,104
|
2,983
|
566
|
2,252
|
1,411
|
3,973
|
72,022
|
1997
|
54,520
|
2,037
|
2,878
|
552
|
2,355
|
1,717
|
3,754
|
67,813
|
1998
|
46,085
|
1,455
|
2,328
|
467
|
2,036
|
3,108
|
2,860
|
58,339
|
1999
|
67,024
|
1,828
|
2,183
|
480
|
1,633
|
2,305
|
2,930
|
78,383
|
2000
|
51,040
|
1,942
|
1,837
|
403
|
1,437
|
2,249
|
2,831
|
61,739
|
2001
|
33,911
|
2,218
|
1,757
|
360
|
1,158
|
3,299
|
2,161
|
44,864
|
2002
|
18,976
|
7,342
|
2,2025
|
324
|
2,458
|
2,692
|
1,695
|
35,512
|
2003
|
12,728
|
2,570
|
2,414
|
399
|
2,090
|
3,063
|
1,801
|
25,065
|
2004
|
10,519
|
1,272
|
2,763
|
422
|
2,413
|
3,806
|
1,831
|
23,026
|
2005
|
9,693
|
1,731
|
3,029
|
534
|
3,000
|
3,618
|
1,777
|
23,382
|
2006
|
7,665
|
1,362
|
3,238
|
697
|
2,878
|
3,618
|
1,972
|
21,430
|
2007
|
6,767
|
1,526
|
3,154
|
670
|
2,767
|
3,619
|
1,872
|
20,375
|
2008
|
5,838
|
965
|
3,300
|
646
|
1,918
|
1,598
|
2,022
|
16,287
|
2009
|
5,415
|
881
|
3,260
|
684
|
1,594
|
239
|
1,637
|
13,710
|
Total
|
996,059
|
39,669
|
54,633
|
11,205
|
39,505
|
68,862
|
64,641
|
1,274,574
|
Bron: Onderzoeks-
en Informatiecentrum van de Knesset (Februari 2011)
De vorming van een Nieuwe Samenleving
De
politieke, economische en culturele basis van de hedendaagse Joods-Israëlische
samenleving werd vooral gevormd tijdens de Britse overheersing (1917-1948).
Zionisme werd de ideologie van de Joodse gemeenschap en die ideologie groeide
later uit tot een sociaal en politiek stelsel dat gezag uitoefende zonder echte
soeveriniteit te genieten maar waarin wel elk echelon geconsolideerd werd en
gestimuleerd tot groei. Vrijwilligerswerk was de politieke ruggengraat en
egalitarisme de sociale lijm die alles moest samenhouden.
De
verwerving van politieke onafhankelijkheid en de massale immigratie die volgde
deed de Joodse bevolking verdubbelen van 650.000 naar 1,3 miljoen in de eerste
jaren van het bestaan van de Israëlische Staat (1948-1952). Daardoor veranderde
de structuur en het weefsel van de Israëlsiche samenleving innemend. De sociale
resultant van de immigratie bevatte twee hoofdelementen: er was een meerderheid
die gevormd werd door de Sefardische gemeenschap, die al in Israël woonde, en
door Ashkenazische inwijkelingen en overlevenden van de Holocaust; daartegenover
stond een minderheid van Joodse immigranten uit islamitische landen van
Noord-Afrika en het Midden-Oosten.
Terwijl het
grootste deel van de bevolking van voor de stichting van de staat gebonden was
aan haar sterke ideologische overtuigingen, haar pioniersgeest en een
democratische samenleving, neigden veel van de Joden die voor eeuwen in
Arabische landen gewoond hadden meer naar een patriarchale organisatie van het
sociale leven. Dat deel van de bevolking had het veel moeilijker om te integreren
in de snelveranderende samenleving en economie van het jonge Israël.
Aan het
einde van de jaren ’50 leefden beide groepen naast elkaar zonder echte sociale
en culturele interactie. De Joden van Noord-Afrikaanse en Midden-Oosterse
achtergrond drukten in die periode vaak hun frustraties en hun vervreemding uit
in anti-regeringsprotestacties die in de jaren ’60 en ’70 uitgroeiden tot eisen
voor politieke participatie, toewijzing van middelen als compensatie en
inspraak om de kloof tussen hen en de andere Israëli’s te helpen dichten.
Daarbovenop creëerden de spanningen door de verscheidenheid van de bevolking
extra barrières bij het opbouwen van een economische onafhankelijkheid en van
een landsverdediging, die hard nodig was om het land te beschermen tegen de
militaire acties van de Arabieren aan de grens. De gemeenschappelijke punten op
gebied van godsdienst, geschiedenis en nationale samenhang binnen de Joodse samenleving
bleek uiteindelijk toch sterk genoeg om de verschillen aan de kant te schuiven
en samen te bouwen aan hun hernieuwde land.
Voortdurende immigratie
Israël kreeg
sinds het begin van de 20ste eeuw steeds meer immigranten. Ze kwamen
in grote en kleine getalen aangestroomd vanuit de vrije Westerse wereld, maar
ook vanuit conflictgebieden. De meest recente immigratiegolf kwam vanuit de
Joodse gemeenschap van de voormalige Sovjet Unie, waar ze met moeite het recht
verkregen om naar Israël te emigreren. In de jaren ’70 slaagden zo’n 100.000
Sovjets erin om naar Israël te trekken. Sinds 1989 zijn er ruim een miljoen
naar het land afgezakt, waaronder een groot aantal hoogopgeleide
professionelen, bekende wetenschappers en geprezen artiesten en muzikanten
wiens expertise en talenten gevoelig bijdragen tot de kwaliteit van het
Israëlische economische, wetenschappelijke, academische en culturele leven.
Tussen 1980
en 2000 kwamen er twee grote golven van de oude Joodse Ethiopische gemeenschap
aan in Israël. Die gemeenschap zou al sinds de tijd van Koning Salomon in
Ethiopië gevestigd zijn. De 50.000 immigranten uit agrarisch Afrika zullen tijd
nodig hebben om zich aan de geïndustrialiseerde Westerse samenleving aan te
passen, maar de sterke wil van de Ethiopische jeugd belooft een snelle
absorptie van de gemeenschap.
Godsdienstige diversiteit
Al sinds
Bijbelse Tijden is het joodse volk een volk met een monotheïstische geloof, het
Jodendom, dat zowel een godsdienstige component als een volkscomponent bevat. Sinds
de 18de eeuw woonden de meeste Joden in de wereld in Oost-Europa,
waar ze in getto’s gedwongen werden en maar weinig contact mochten hebben met
de omringende samenleving. Binnen hun gemeenschappen slaagden ze erin om hun
eigen zaken af te handelen volgens de joodse wet (Halacha), die over vele
eeuwen door religieuze geleerden was ontwikkeld en in code gezet.
De geest van emancipatie en
nationalisme die in de 19de eeuw door Europa joeg bracht de
beginselen op gang van een liberalere aanpak van de opvoeding, van cultuur,
filosofie en theologie. Daardoor ontstonden veschillende Joodse bewegingen
waarvan er sommige naar meer liberale opvattingen van het geloof gingen terwijl
andere er eerder nationalistische en politieke ideologiën op nahielden. Het
resultaat was dat veel, en uiteindelijk de meerderheid van de Joden de
Orthodoxie achter zich lieten en hun eigen weg insloegen om te proberen om in
de algemene samenleving te integreren.
De hedendaagse
Joodse gemeenschap in Israël bestaat uit vrome en liberale joden die een
spectrum vormen van ultra-orthodox tot seculier. De onderlinge verschillen zijn
evenwel niet altijd duidelijk. Als Orthodoxie bepaald wordt door de getrouwheid
aan de joodse religieuze wetten en gebruiken, dan voldoet 20% van de
Israëlische Joden aan die definitie. 60% volgen een combinatie van wetten die
volgens hun eigen keuzes en etnische tradities zijn samengesteld en de
overblijvende 20% houdt bijna geen wetten of gebruiken. Aangezien Israël als
joodse staat ontworpen werd, maken Shabbat (de Sabbat, of zaterdag), alle
joodse feesten en heilige dagen in de joodse kalender deel uit van de nationale
vakantieperiodes. Alle feesten worden dus in mindere of meerdere mate door de
volledige joodse bevolking nageleefd.
Andere indicatoren
van godsdienstaanhang kunnen ook het percentage zijn van ouders die ervoor
kiezen om hun kinderen een religieus getinte opvoeding te geven of het aantal
stemmen die uitgebracht worden voor religieuze partijen in de nationale
verkiezingen. De relevantie van zulke statistieken is echter onzeker aangezien
niet-praktiserende ouders hun kinderen soms in religieuze scholen inschrijven
en veel orthodoxe burgers voor niet-religieuze partijen stemmen.
Het
grootste deel van de bevolking kan beschreven worden als seculier met een
duidelijk moderne levensstijl met variabele graden in het respect voor de
godsdienstvoorschriften. In die meerderheid vinden we een groot aantal burgers
die er een aangepaste vorm van de tradities op nahouden. Een aantal onder hen kiest
er dan voor om zich bij liberaal-godsdienstige stromingen aan te sluiten.
Er zijn
daarentegen ultra-orthodoxe joden die geloven dat de Joodse soevereiniteit in
het land enkel kan hersteld worden na de komst van de Messias. Die strekking
houdt zich strikt aan de religieuze joodse wetten, leeft in gescheiden buurten,
heeft eigen scholen, kleedt zich in traditionele klederdracht, onderhoudt
verschillende rollen voor mannen en vrouwen en is gebonden aan een nauwgezet
voorgeschreven levensstijl.
Onderlinge
Joodse Contacten
Aangezien
er geen duidelijke scheiding is tussen Godsdienst en Staat, woedt er sinds het
begin al een discussie tussen de gemeenschappen over hoe ver Israël moet gaan
in het tonen van zijn joodse religieuze identiteit. Terwijl de orthodoxen
proberen om de religieuze wetten ook te laten gelden buiten de persoonlijke
levenssfeer waarover die nu al exclusieve zeggenschap hebben, ziet de
niet-prakitserende kant van de bevolking zoiets eerder als godsdienstige
inmenging en een inbreuk op de democratische natuur van de Staat. Een van de
discussiepunten is de manier waarop bepaald wordt of iemand al dan niet Jood
is. Volgens de orthodoxen moet iedereen die van een Joodse moeder geboren wordt
of die zich strikt tot de joodse wetten bekeert als Jood beschouwd worden. De
seculiere Joden vinden dan weer dat de definitie gebaseerd moet worden op het
burgerlijke criterium van de mate waarin een individu zich met het Jodendom
identificeert.
De
belangenconflicten die door dit soort discussies ontstaan zijn hebben geleid
tot een zoektocht naar legale middelen om een duidelijke grens te trekken
tussen staat en religie. Tot er een algemene oplossing gevonden is zitten de
autoriteiten in een ongeschreven akkoord dat aan de vooravond van Israëls
onafhankelijkheid bekomen werd en dat zegt dat er een status quo gehouden
wordt, m.a.w. dat er geen fundamentele veranderingen aangebracht worden in de
status van de godsdienst in het land.
De Kibboetsen
Er bestaat in Israël een uniek sociaal en economisch kader dat gebaseerd
is op gelijkheid en gemeenschappelijke principes, de kibboets. De kibboets
groeide voort uit de Israëlische pioniersgemeenschap van het begin van de 20ste eeuw
en ontwikkelde zich tot een permanente landbouwersleefstijl. Door de jaren heen
ontstonden zo bloeiende economieën, eerst agrarische, later ook industriële en
diensteneconomieën. Het grote verschil met de rest van samenleving was dat de
kibboetsen opgebouwd werden met het geld dat door de leden gegenereerd werd.
Het prille begin van de Israëlische economie ontstond in dat soort
gemeenschappen.
In de
periode voor de stichting van de Staat Israël en in de eerste jaren van het
bestaan ervan nam de kibboets een belangrijke plaats in in de bouw van
nederzettingen, in immigratie en defensie, maar toen die bevoegdheden naar de
regering werden overgeheveld nam de interactie tussen de kibboetsen en de rest
van de Israëlische samenleving af. Sinds de jaren ’70 nam ook de politieke
slagkracht van de kibboetsen, die ontstaan was door oververtegenwoordiging, af.
Wat niet veranderde is het aandeel in het binnenlands product dat nog steeds
opmerkelijk groter blijft dan dat van de rest van de economie in verhouding tot
hun aandeel in de bevolking.
In de
laatste decennia is de kibboets sterk veranderd. Er wordt nu ook aandacht
gegeven aan individueel succes en economische groei. Veel kibboetsen hebben de
doe-het-zelversmentaliteit opgegeven en nemen tegen alle taboe’s in werklieden aan
om klusjes op te knappen. Tegelijkertijd gaan er steeds meer leden van
kibboetsen buiten werken. Hun salaris dient dan voor een stuk om de inkomsten
van hun kibboets te verhogen.
Wat de
kibboets vandaag geworden is, is de vrucht van drie generaties hard werken. De
stichters, die hun motivatie vonden in hun sterke overtuigingen en vaste
ideologie, vormden een unieke samenleving met een opmerkelijke levenswijze. Hun
kinderen werden geboren in de bestaande sociale structuur en werkten hard om de
economische, sociale en administratieve basis van hun gemeenschap te
consolideren. De huidige generatie is daardoor kunnen opgroeien in een stevig
gevestigde maatschappij maar worstelt nu met de uitdagingen van het moderne
leven. Vandaag is de hamvraag vooral wat de toekomstige aard van de relatie en
het wederzijdse respect tussen het individu en de kibboetsgemeenschap zullen
worden, om nog maar te zwijgen van de vertakkingen in de huidige samenleving
van technologische en communicatieve ontwikkelingen.
Sommigen
vrezen dat de kibboets, door zich voortdurend aan de veranderende
omstandigheden aan te passen, gevaarlijk ver van zijn oorspronkelijke principes
en waarden weg gaat; anderen geloven dan weer dat dat vermogen tot compromis en
aanpassing de sleutel tot overleven is.
|