עובד אדמתו ישבע לחם... משלי י"ב: י"א
Wie zijn
akker bewerkt, zal zich met brood verzadigen (Spreuken 12:11)
In 2006 ging Israël gewoon
door met het bereiken van zijn macro-economische doelstellingen: een zeer lage
of negatieve inflatie, een zeer laag begrotingstekort, en een begrensde
verhoging van de overheidsuitgaven. Tegelijkertijd trok Israël nog meer
buitenlandse investeringen aan, de export steeg snel en voor de eerste keer
haalde Israël een positieve handelsbalans. Deze trends zetten zich voort in de
eerste helft van 2007 en de vooruitzichten voor het hele jaar gaven een vervolg
van de economische groei zonder inflatie met een laag tekort op de begroting en
economische stabiliteit op alle fronten.
Eind 2008, toen sommige
van de grootste financiële magnaten van de wereld begonnen te wankelen en de
wereldmarkt op instorten leek te staan, was het hoogst onzeker hoe de
Israëlische economie zou reageren, aangezien ze vooral op export gebaseerd is.
Maar naarmate de tijd vorderde gaf Israël er blijk van dat zijn economische
sterkte niet alleen lag in de mogelijkheid tot uitbreiding tijdens de
bloeijaren, maar ook in de soberheid die het in tijden van economische
teruggang aan de dag legt.
Nu de wereldeconomie
hortend en stotend uit de recessie probeert te geraken is de Israëlische snel
terug op koers geraakt. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de beurs die in 2009 al
snel alle westerse beurzen achter zich liet en uit de stijgende
exportresultaten, de neergaande werkloosheidsgraad en de sterke vraag op de
markt.
Een sterke positie aan de vooravond van de crisis
Israël had zich goed
voorbereid toen in 2008 de gevolgen van de financiële crisis langzaam begonnen
door te sijpelen in de structuur van de wereldeconomie. Vanuit
macro-economische perspectief bevond Israël zich in een van de sterkste
posities sinds de opstart van de economie. Een begrotingstekort was voor het
grootste deel vermeden en de staatsschuld sterk teruggebracht dankzij strenge
besnoeiingen in de uitgaven en verhoogde belastinginkomsten. Israël werd een
gegeerd locatie voor buitenlandse investeringen en genoot voor het eerst in
zijn geschiedenis een positieve handelsbalans.
De crisis had een einde
kunnen maken aan deze hoogdagen, maar de groei van de Israëlische economie
bleek sterk genoeg om aan de gevolgen van de financiële achteruitgang van eind
2008 te weerstaan.
Israël weerstaat de recessie
Er zijn drie hoofdredenen
die vaak genoemd worden om de sterkte van Israël ten opzichte van zulke
uitdagingen uit te leggen.
De eerste is Israëls conservatieve
bankensector. Er heerst een streng systeem van voorgeschreven richtlijnen en
een voorzichtige traditie wat bankieren betreft die de Israëlische banken ver
verwijderd hielden van avontuurlijke instrumenten die in de VS en
Groot-Brittannië catastrofaal bleken te zijn. Daarenboven bracht de sterke
kapitalisatie van de Israëlische banken meteen zekerheid toen de wereldwijde
investeerders rusteloos werden.
De tweede reden is de
elasticiteit van de arbeidsmarkt wanner het komt tot aanpassingen aan een
nieuwe realiteit. Grote spelers, waaronder de Histadroet (de grootste
arbeidsfederatie van het land), zagen meteen het nut van en de wijsheid achter
het aanvaarden van salarisverlagingen op korte termijn aan het begin van de
crisis. Parallel met de ontwikkelingen in de rest van de wereld steeg de
werkloosheidsgraad wel drastisch.
Terwijl de economie in de
loop van 2009 hervatte, stegen de salarissen en de tewerkstellingsgraad snel
terug naar hun niveaus van voor de crisis, in tegenstelling tot de Amerikaanse
en Europese arbeidsmarkten, waar alles nog bleef slabakken.
Wat echter echt de sterkte
uitmaakt van Israëls macro-economische bijstelling is de binnenlandse
consumptie. Toen de recessie insloeg snoeiden de Israëli’s in hun duurzame
goederen maar bleven ongeveer evenveel geld uitgeven aan niet-duurzame goederen
met behulp van het spaargeld dat ze opzij gezet hadden om de inkomensverlaging
af te vlakken. Die factor speelde een belangrijke rol in de stabiliteit van het
BBP die Israël toeliet om de recessie succesvol te doorstaan. Toen de wereld in
2009 uit de recessie kwam, stegen de uitgaven in duurzame en niet-duurzame
goederen snel en droegen zo bij tot een spoedig herstel voor het land.
Potentieel op lange termijn
Het Israëlische
“economische mirakel” is meer dan enkel het verhaal van recessie en heropleving
– het is het verhaal van een economie die van niets werd opgebouwd, talrijke
crisissen en periodes van ontbering doorstond en uiteindelijk uitgroeide tot
een succesvolle vrijemarkteconomie waarvan de leden een hoge levensstandaard
genieten.
In 2010 telde Israël 7,5
miljoen zielen en over de jaren heen werd het internationaal geprezen voor de
buitengewone prestaties op gebied van landbouw en landbouwtechnieken,
irrigatie, zonne-energie en hightechindustrieën en start-ups. Israël baseert
zich vooral op Onderzoek en Ontwikkeling, zelfs in traditionele industrieën, en
daardoor is het vandaag niet alleen het land van melk en honing maar ook het
land van hightech, met inbegrip van software, communicatie, biotechnologie,
farmaceutica en nanotechnologie.
De afgelopen drie decennia
sloot Israël vrijehandelsakkoorden af met de Verenigde Staten, de Europese Unie en verschillende
landen in Latijns Amerika. Dat
vergemakkelijkte het vergroten van de exportmarkt voor goederen en diensten –
met een waarde van meer dan 80 miljard dollar in 2008 – en het deel uitmaken
van internationale handelsondernemingen die bijgedragen hebben tot de versnelde
economische groei van het land.
OESO-lidmaatschap
Dinsdag 10 mei 2010 zal
een merkwaardige mijlpaal in de economische geschiedenis van Israël blijven. Na
jarenlang tegen allerlei uitdagingen en drukkingsmiddelen gevochten te hebben,
is Israël eindelijk lid geworden van de selecte groep van ’s werelds beste
economieën door het lidmaatschap dat het kreeg van de Organisatie voor
Economische Samenwerken en Ontwikkeling, de OESO.
Het toetreden tot de OESO
heeft belangrijke gevolgen voor Israël aangezien het land nu gebonden is aan de
regelgeving van de organisatie inzake milieu, pensioenregeling enzovoort. Als
Israël wou komen tot het lidmaatschap, moest het inderdaad fundamentele
veranderingen doorvoeren om te passen binnen het kader van de moderne
wereldeconomieën. Dat hield ondermeer in dat de Staatsschuld teruggebracht
moest worden, dat er gekeken moest worden naar fiscaal beleid en beleid rond
ontwikkeling, dat belastingen verlaagd moesten worden en de kapitaalmarkt meer
gesofisticeerd gemaakt.
Het lidmaatschap van de
OESO zal Israël toelaten een bredere toegang geven tot bepaalde types van
actief beheerde investeringsfondsen die een deel van hun aandelen moeten
voorbehouden voor ontwikkelde landen.
Maar het belangrijkste dat
het lidmaatschap voor Israël inhoudt is de erkenning door de wereldeconomie van
de immense vooruitgang die Israël in de 62 jaar van zijn bestaan gemaakt heeft.