Israël zet ongeziene financiële middelen in
- onder meer 1,7 miljard euro aan toeslagen - om het lot van de bedoeïenen in
het zuiden van Israël te verbeteren, zo zei Doron Almog, directeur van het hoofdbureau
voor de socio-economische ontwikkeling van de Negev-bedoeïenen bij het Kabinet
van Israël’s Eerste minister, tijdens een ontmoeting in het Europees Parlement.
Doron Almog en Kamel Abu Nadi, een
vertegenwoordiger van de bedoeïenengemeenschap woonden in Brussel een
vergadering bij van de Delegatie van het Europees Parlement voor relaties met
Israël. Zij gaven de Europese parlementsleden details mee over de invoering van
het zogenoemde ‘Prawer-Begin-plan’ ter verbetering van het lot van de 200.000 bedoeïenen
die in Israël leven. Een plan dat in juni bij een eerste lezing in de Knesset,
het Israëlische parlement, werd goedgekeurd.
“Dit is voor Israël een topprioriteit”, zei
Almog en hij beklemtoonde dat de bedoeïenen die in de Negev in het zuiden van Israël
leven een moslimminderheid vormen met dezelfde rechten als alle andere
Israëlische burgers. “Zij hebben stemrecht en sommigen van hen dienen in het
IDF, het Israëlische leger“, zei hij.
De bedoeïenen vormen éénderde van de
bevolking in de Negev.
Zo’n 120.000 onder hen leeft in erkende
stedelijke centra.
Ongeveer 60.000 anderen leven in illegale
gemeenschappen en nederzettingen die door het plan erkend en ontwikkeld zullen
worden en waarbij de bewoners volledige eigendomsrechten zullen verwerven. 30.000
bedoeïenen die leven in niet-erkende sloppenwijken en verstoken zijn van
basisvoorzieningen zoals elektriciteit, water, air-conditioning... zullen
elders, in de nabije omgeving een nieuwe huisvesting krijgen en kunnen kiezen
om in een agrarische omgeving, een dorp of in een stedelijk gebied te gaan
wonen.
Het Israëlische plan voorziet ook in een
definitieve regeling van de 2.900 rechtzaken die door 12.000 bedoeïenen werden
ingediend. 63 procent van het land zal in eigendom worden gegeven. Verder wordt
voor 100 procent een compensatie in land en in geld toegewezen.
Volgens Israël gaat de overgrote
meerderheid van de bedoeïenen akkoord met het plan en is slechts een kleine
minderheid tegen het plan gekant.
“De Israëlische regering zoekt met moderne
middelen een drastische verbetering te brengen in hun levensstandaard en het
welzijn en de levensomstandigheden te verbeteren terwijl niettemin hun
culturele erfenis kan behouden worden,“ zei Almog die zichzelf ziet als een
‘sociaal activist‘ die in het verleden een gemeenschap voor ernstig
gehandicapten in de Negev stichtte waar Joden en bedoeïenen samenleven.
Het economisch ontwikkelingsplan voor de
Negev-bedoeïenen voorziet in een moderne gemeenschap waar bedoeïenen een veel
betere huisvesting krijgen, toegang tot onderwijs krijgen, gezondheidscentra,
een moderne infrastructuur, een handelszone en werkgelegenheid.
“Vele bedoeïenen zoeken aansluiting met de
moderne wereld“, beklemtoonde Almog, die er aan toevoegde dat het dichten van
de socio-economische kloof met de rest van de Israëlische bevolking een
hoofdbetrachting is. “In samenwerking met de bedoeïenen wil de regering een
betere toekomst voor hen creëren.“
1,7 miljard euro is voorzien om het plan
uit te voeren uit een totaal van 8 miljard om de ganse Negev, zo’n 60 procent
van het Israëlische oppervlakte te ontwikkelen door er nieuwe dorpen en steden
te creëren, er een Silicon Valley van te maken door high-techbedrijven aan te
trekken en militaire bases uit te breiden.
Doron Almog haalt als voorbeeld de grootste
bedoeïenenstad Rahat aan met een bevolking van 60.000. “6.000 nieuwe
wooneenheden worden er gebouwd, naast een industrieterrein. Het is een joint
venture tussen bedoeïenen en Joden.“
Rahat is één van de zeven bedoeïenensteden
in de Negev die met de goedgekeurde plannen hun infrastructuur verbeteren. De
andere steden zijn Hura, Tes as-Sabi, Araran an-Naqab, Lakiya, Kuseife en
Shaqib al-Salam (Segev Shalom).
Israël is evenwel niet te spreken over een
campagne binnen de EU om de problemen van de bedoeïenen voor te stellen als een
plan om de bedoeïenen uit het zuiden te “verjagen“ om “plaats te maken voor
nieuwe dorpen voor Israëlische joden“.
Ambassadeur voor Israël bij de EU, David
Walzer, schreef een brief aan de voorzitter van het Europese Parlement, Martin
Schulz waarin hij het “onaanvaardbaar“ vindt dat tijdens een zitting deze week
van de S&D-groep (Socialisten & Democraten) over de problematiek van de
bedoeïenen een affiche werd opgehangen die Israël beschuldigt van etnische
zuivering.
Volgens David Saranga, Israëlisch diplomaat
bij de Israëlische missie bij de EU weigerde de S&D-groep de deelname van
Doron Almog aan de zitting.
Tegenover de Jerusalem Post zei hij dat
“spijtig genoeg, Veronique De Keyser, ondervoorzitter van de S&D-groep
systematisch onze vragen verwierp om een officiële Israëlische spreker als gast
te hebben. Ze stemden er hooguit mee in dat de heer Almog gedurende vijf
minuten het woord zou mogen voeren tijdens het debat.“
“Dit alles doet me vrezen dat het echte
doel van deze zitting niets uitstaans had met het verbeteren van de
levensomstandigheden van de Israëlische bedoeïenen maar eerder een cynische
uitbuiting van deze belangrijke materie was om Israël andermaal in een kwaad
daglicht te stellen. Het is hoedanook niet de aangeween manier om een
constructieve dialoog op gang te brengen,“ zei hij nog.
Bron: Yossi Lempkowicz - EJP